Auslassen auf niederländisch
Übersetzung: auslassen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
spenderen, verzuimen, droppel, besteden, veronachtzamen, nalaten, druppel, weglaten, negeren, passeren, verteren, nonchalance, nalatigheid, verzaken, uitlaten, vellen, overslaan, overspringen, doorgaan, slaan, te slaan
- Wie sagt man auslassen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man auslassen ins niederländische?
- Aussprache von auslassen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für auslassen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: auslassen
ausgelassen bedeutung, auslassen antonyme, auslassen auf albanisch, auslassen auf türkisch, auslassen der durchsuchenden überprüfung, auslassen sprachwörterbuch niederländisch, auslassen auf niederländisch
Übersetzungen
- auslagerung auf niederländisch - outsourcing, uitbesteding, uitbesteden, outsourcen
- auslas auf niederländisch - uitweg, afrit, uitgang, bezettingsgraad, capaciteitsbenutting, capaciteitsbezetting, de bezettingsgraad, ...
- auslassend auf niederländisch - weglaten, wordt overbrugd, het weglaten
- auslassung auf niederländisch - overslaan, springen, verzuim, weglating, nalatigheid, nalaten, omissie
Zufällige Wörter
Auslassen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: spenderen, verzuimen, droppel, besteden, veronachtzamen, nalaten, druppel, weglaten, negeren, passeren, verteren, nonchalance, nalatigheid, verzaken, uitlaten, vellen, overslaan, overspringen, doorgaan, slaan, te slaan
Übersetzungen: spenderen, verzuimen, droppel, besteden, veronachtzamen, nalaten, druppel, weglaten, negeren, passeren, verteren, nonchalance, nalatigheid, verzaken, uitlaten, vellen, overslaan, overspringen, doorgaan, slaan, te slaan