Begegnen auf niederländisch
Übersetzung: begegnen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
afgaan, ontmoeting, samenkomen, nagaan, bijeenkomen, exploreren, vergaderen, ontmoeten, vorsen, tegenkomen, zien, bezoeken, aantreffen, toezien, opzoeken, examineren, elkaar ontmoeten, voldoen aan, Ontmoet
- Wie sagt man begegnen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man begegnen ins niederländische?
- Aussprache von begegnen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für begegnen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: begegnen
begegnen antonyme, begegnen auf albanisch, begegnen auf türkisch, begegnen bedeutung, begegnen dict, begegnen sprachwörterbuch niederländisch, begegnen auf niederländisch
Übersetzungen
- begattung auf niederländisch - verhouding, omgang, verhaal, verstandhouding, verband, betrekking, verkeer, ...
- begebenheit auf niederländisch - gevolg, effecten, kans, gebeurtenis, uitslag, consequentie, geval, ...
- begegnend auf niederländisch - ontmoeten, ondervindt, tegenkomen, stuit, tegenkomt
- begegnet auf niederländisch - ontmoette, ontmoetten, voldaan, ontmoet, vervuld
Zufällige Wörter
Begegnen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: afgaan, ontmoeting, samenkomen, nagaan, bijeenkomen, exploreren, vergaderen, ontmoeten, vorsen, tegenkomen, zien, bezoeken, aantreffen, toezien, opzoeken, examineren, elkaar ontmoeten, voldoen aan, Ontmoet
Übersetzungen: afgaan, ontmoeting, samenkomen, nagaan, bijeenkomen, exploreren, vergaderen, ontmoeten, vorsen, tegenkomen, zien, bezoeken, aantreffen, toezien, opzoeken, examineren, elkaar ontmoeten, voldoen aan, Ontmoet