Bewegen auf niederländisch
Übersetzung: bewegen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
uitvoeren, omzetten, lopen, reizen, doen, zet, verleggen, beweging, uitwerken, uitrichten, overbrengen, slag, verlopen, aandoen, troebelen, verroeren, verhuizing, verplaatsen
- Wie sagt man bewegen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man bewegen ins niederländische?
- Aussprache von bewegen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für bewegen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: bewegen
augenschmerzen, bewegen antonyme, bewegen auf albanisch, bewegen auf türkisch, bewegen bedeutung, bewegen sprachwörterbuch niederländisch, bewegen auf niederländisch
Übersetzungen
- bewarb auf niederländisch - toegepast, Toegepaste, Applied, de toegepaste, aangebrachte
- bewegend auf niederländisch - ontroerend, motorisch, aandoenlijk, roerend, locomotief, bewegende, bewegen, ...
- beweggrund auf niederländisch - term, hoeven, aanleiding, vorderen, motivatie, motief, moeten, ...
Zufällige Wörter
Bewegen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: uitvoeren, omzetten, lopen, reizen, doen, zet, verleggen, beweging, uitwerken, uitrichten, overbrengen, slag, verlopen, aandoen, troebelen, verroeren, verhuizing, verplaatsen
Übersetzungen: uitvoeren, omzetten, lopen, reizen, doen, zet, verleggen, beweging, uitwerken, uitrichten, overbrengen, slag, verlopen, aandoen, troebelen, verroeren, verhuizing, verplaatsen