Festigen auf niederländisch
Übersetzung: festigen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
beveiligen, vast, verhelpen, verzekeren, maken, verstellen, aandraaien, repareren, determineren, vastleggen, vaststellen, reparatie, vastmaken, monteren, fixeren, beschutten, consolideren, te consolideren, consolidatie, versterken, consolidatie van
- Wie sagt man festigen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man festigen ins niederländische?
- Aussprache von festigen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für festigen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: festigen
festigen anderes wort, festigen antonyme, festigen auf albanisch, festigen auf türkisch, festigen bedeutung, festigen sprachwörterbuch niederländisch, festigen auf niederländisch
Übersetzungen
- festhaltbar auf niederländisch - retainably
- festhalten auf niederländisch - grip, adhesie, vasthouden, vast te houden, houden vast, bewaar het, vasthoudt
- festigend auf niederländisch - verstevigende, verstevigend, Firming, versteviging, Verstevigingsmiddel
- festigkeit auf niederländisch - degelijk, flink, deugdelijk, stevig, vast, kracht, nobel, ...
Zufällige Wörter
Festigen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: beveiligen, vast, verhelpen, verzekeren, maken, verstellen, aandraaien, repareren, determineren, vastleggen, vaststellen, reparatie, vastmaken, monteren, fixeren, beschutten, consolideren, te consolideren, consolidatie, versterken, consolidatie van
Übersetzungen: beveiligen, vast, verhelpen, verzekeren, maken, verstellen, aandraaien, repareren, determineren, vastleggen, vaststellen, reparatie, vastmaken, monteren, fixeren, beschutten, consolideren, te consolideren, consolidatie, versterken, consolidatie van