Geschäftsführer auf niederländisch
Übersetzung: geschäftsführer, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
zweep, bestuurder, administrateur, directeur, beginsel, geselen, doorroeren, bestanddeel, makelaar, roeren, omroeren, element, beheerder, uitvoerend directeur, uitvoerend bestuurder, uitvoerende bestuurder, uitvoerende directeur
- Wie sagt man geschäftsführer auf niederländisch?
- Wie übersetzt man geschäftsführer ins niederländische?
- Aussprache von geschäftsführer (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für geschäftsführer?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: geschäftsführer
geschäftsführer abkürzung, geschäftsführer antonyme, geschäftsführer auf albanisch, geschäftsführer auf türkisch, geschäftsführer aufgaben, geschäftsführer sprachwörterbuch niederländisch, geschäftsführer auf niederländisch
Übersetzungen
- geschäftsfrau auf niederländisch - zakenvrouw, onderneemster, zaken, zaken vrouw, businesswoman
- geschäftsführend auf niederländisch - zakelijk leider, zakelijke leider, bedrijfsleider, business leader
- geschäftsführerin auf niederländisch - directrice, bestuurster, uitbaatster, gerante, manageress
- geschäftsführung auf niederländisch - administratiekantoor, toediening, beheer, administratie, directie, het beheer, beheer van, ...
Zufällige Wörter
Geschäftsführer auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: zweep, bestuurder, administrateur, directeur, beginsel, geselen, doorroeren, bestanddeel, makelaar, roeren, omroeren, element, beheerder, uitvoerend directeur, uitvoerend bestuurder, uitvoerende bestuurder, uitvoerende directeur
Übersetzungen: zweep, bestuurder, administrateur, directeur, beginsel, geselen, doorroeren, bestanddeel, makelaar, roeren, omroeren, element, beheerder, uitvoerend directeur, uitvoerend bestuurder, uitvoerende bestuurder, uitvoerende directeur