Passen auf niederländisch
Übersetzung: passen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
voegen, worden, monteren, pak, rechtsgeding, verloop, set, uitkomen, afstemmen, raken, vlaag, aanval, stelletje, geding, complet, gebeuren, wedstrijd, lucifer, gelijke, match, wedstrijdresultaten
- Wie sagt man passen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man passen ins niederländische?
- Aussprache von passen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für passen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: passen
cafissimo, ich muss passen, passen antonyme, passen auf albanisch, passen auf türkisch, passen sprachwörterbuch niederländisch, passen auf niederländisch
Übersetzungen
- passagierliste auf niederländisch - helder, uitgesproken, manifesteren, blijkbaar, duidelijk, klaarblijkelijk, zuiver, ...
- passagierlisten auf niederländisch - passagierslijst, passagierslijsten, passagierslijst op
- passend auf niederländisch - gepast, fatsoenlijk, passend, keurig, netjes, gemakkelijk, betamelijk, ...
- passende auf niederländisch - koppeling, overeenkomende, bijpassende, matching
Zufällige Wörter
Passen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: voegen, worden, monteren, pak, rechtsgeding, verloop, set, uitkomen, afstemmen, raken, vlaag, aanval, stelletje, geding, complet, gebeuren, wedstrijd, lucifer, gelijke, match, wedstrijdresultaten
Übersetzungen: voegen, worden, monteren, pak, rechtsgeding, verloop, set, uitkomen, afstemmen, raken, vlaag, aanval, stelletje, geding, complet, gebeuren, wedstrijd, lucifer, gelijke, match, wedstrijdresultaten