Sagen auf niederländisch
Übersetzung: sagen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
verordenen, aanvoeren, opgeven, zeggen, bevelen, bestellen, schikken, beweren, sommeren, verzekeren, aanvragen, commanderen, staat, regelen, land, gelasten, zeg, zeggen dat, zegt, te zeggen
- Wie sagt man sagen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man sagen ins niederländische?
- Aussprache von sagen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für sagen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: sagen
bescheid, bescheid sagen, danke, danke sagen, die meinung sagen, sagen sprachwörterbuch niederländisch, sagen auf niederländisch
Übersetzungen
- saga auf niederländisch - sage, Saga, verhaal, saga van, De Saga
- sage auf niederländisch - volksoverlevering, legende, faam, roem, mare, mythe, roep, ...
- sagend auf niederländisch - spreekwoord, gezegde, het zeggen, zeggen, zeggende, te zeggen
- sagenhaft auf niederländisch - legendarisch, fabelachtig, fantastische, geweldig, prachtige, fantastisch
Zufällige Wörter
Sagen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: verordenen, aanvoeren, opgeven, zeggen, bevelen, bestellen, schikken, beweren, sommeren, verzekeren, aanvragen, commanderen, staat, regelen, land, gelasten, zeg, zeggen dat, zegt, te zeggen
Übersetzungen: verordenen, aanvoeren, opgeven, zeggen, bevelen, bestellen, schikken, beweren, sommeren, verzekeren, aanvragen, commanderen, staat, regelen, land, gelasten, zeg, zeggen dat, zegt, te zeggen