Schein auf niederländisch
Übersetzung: schein, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
blinken, uitgesproken, aansteken, verlichten, helder, puur, flitsen, flikkeren, helderheid, duidelijk, schitteren, blijkbaar, ontsteken, gloren, schijn, schel, verschijning, uiterlijk, uitstraling, verschijnen
- Wie sagt man schein auf niederländisch?
- Wie übersetzt man schein ins niederländische?
- Aussprache von schein (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für schein?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: schein
10 euro schein, 1000 dm schein, 20 euro schein, 200 euro schein, 5 euro schein, schein sprachwörterbuch niederländisch, schein auf niederländisch
Übersetzungen
- scheidung auf niederländisch - oplossing, scheiding, echtscheiding, scheiden, de echtscheiding, echtscheidingen
- scheidungen auf niederländisch - beslissingen, besluiten, beslissingen te, beschikkingen, de besluiten
- scheinbar auf niederländisch - klaarblijkelijk, evident, apert, uitgesproken, puur, zuiver, helder, ...
- scheine auf niederländisch - lijken, schijnen, lijkt, vinden, kunt vinden
Zufällige Wörter
Schein auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: blinken, uitgesproken, aansteken, verlichten, helder, puur, flitsen, flikkeren, helderheid, duidelijk, schitteren, blijkbaar, ontsteken, gloren, schijn, schel, verschijning, uiterlijk, uitstraling, verschijnen
Übersetzungen: blinken, uitgesproken, aansteken, verlichten, helder, puur, flitsen, flikkeren, helderheid, duidelijk, schitteren, blijkbaar, ontsteken, gloren, schijn, schel, verschijning, uiterlijk, uitstraling, verschijnen