Vermögen auf niederländisch
Übersetzung: vermögen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
acquisitie, plus, prooi, tegoed, sterkte, uitzicht, mogendheid, kundigheid, buit, geluk, aanhangsel, lot, kans, toevoeging, tref, kracht, in staat zijn, kunnen, te kunnen, in staat, staat
- Wie sagt man vermögen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man vermögen ins niederländische?
- Aussprache von vermögen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für vermögen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: vermögen
geissens, hartz 4, hartz 4 vermögen, hoeneß, michael schumacher vermögen, vermögen sprachwörterbuch niederländisch, vermögen auf niederländisch
Übersetzungen
- vermöbelnd auf niederländisch - shellacking, het shellacking
- vermöbelte auf niederländisch - shellacked
- vernachlässigbar auf niederländisch - te verwaarlozen, verwaarloosbaar, verwaarlozen, verwaarloosbare, verwaarlozen is
- vernachlässigend auf niederländisch - verwaarlozen, veronachtzamen, verwaarlozing, het veronachtzamen
Zufällige Wörter
Vermögen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: acquisitie, plus, prooi, tegoed, sterkte, uitzicht, mogendheid, kundigheid, buit, geluk, aanhangsel, lot, kans, toevoeging, tref, kracht, in staat zijn, kunnen, te kunnen, in staat, staat
Übersetzungen: acquisitie, plus, prooi, tegoed, sterkte, uitzicht, mogendheid, kundigheid, buit, geluk, aanhangsel, lot, kans, toevoeging, tref, kracht, in staat zijn, kunnen, te kunnen, in staat, staat