Wachsen auf niederländisch
Übersetzung: wachsen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
grootbrengen, aanwassen, groei, uitbouwen, vergroten, vermeerderen, aangroeien, toenemen, rijp, ophalen, beuren, beschaven, bezonken, aankweken, bebouwen, opvoeden, groeien, telen, te groeien, groeit, laten groeien
- Wie sagt man wachsen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man wachsen ins niederländische?
- Aussprache von wachsen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für wachsen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: wachsen
augenbrauen wachsen, bart, bart wachsen, bart wachsen lassen, brust wachsen, wachsen sprachwörterbuch niederländisch, wachsen auf niederländisch
Übersetzungen
- wachsartig auf niederländisch - wasachtig, wasachtige, waxy
- wachsein auf niederländisch - waakzaamheid, wakker, waken, wakefulness, wakker zijn
- wachsend auf niederländisch - onlusten, opstand, beklimming, opklimmend, groeiend, groeiende, groeien, ...
- wachsende auf niederländisch - groeiend, groeiende, groeien, groeit, toenemende
Zufällige Wörter
Wachsen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: grootbrengen, aanwassen, groei, uitbouwen, vergroten, vermeerderen, aangroeien, toenemen, rijp, ophalen, beuren, beschaven, bezonken, aankweken, bebouwen, opvoeden, groeien, telen, te groeien, groeit, laten groeien
Übersetzungen: grootbrengen, aanwassen, groei, uitbouwen, vergroten, vermeerderen, aangroeien, toenemen, rijp, ophalen, beuren, beschaven, bezonken, aankweken, bebouwen, opvoeden, groeien, telen, te groeien, groeit, laten groeien