Warenmarkt auf niederländisch
Übersetzung: warenmarkt, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
opkweken, produceren, voortbrengen, fokken, uitvoeren, ophalen, grootbrengen, tillen, oprichten, heffen, opleveren, opvoeden, beuren, opfokken, afwerpen, telen, waren, was, werden, zijn
- Wie sagt man warenmarkt auf niederländisch?
- Wie übersetzt man warenmarkt ins niederländische?
- Aussprache von warenmarkt (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für warenmarkt?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: warenmarkt
warenmarkt antonyme, warenmarkt auf albanisch, warenmarkt auf türkisch, warenmarkt bad aibling, warenmarkt bedeutung, warenmarkt sprachwörterbuch niederländisch, warenmarkt auf niederländisch
Übersetzungen
- warenhaus auf niederländisch - voorraad, winkel, stock, zaak, depot, pakhuis, magazijn, ...
- warenmakler auf niederländisch - agent, beginsel, bestanddeel, dealer, element, makelaar, vertegenwoordiger, ...
- warenmuster auf niederländisch - proef, specimen, proefstuk, monster, staal, staaltje, patroon, ...
- warenrechnung auf niederländisch - factureren, factuur, nota, rekening, declareren, factuurdatum, de factuur, ...
Zufällige Wörter
Warenmarkt auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: opkweken, produceren, voortbrengen, fokken, uitvoeren, ophalen, grootbrengen, tillen, oprichten, heffen, opleveren, opvoeden, beuren, opfokken, afwerpen, telen, waren, was, werden, zijn
Übersetzungen: opkweken, produceren, voortbrengen, fokken, uitvoeren, ophalen, grootbrengen, tillen, oprichten, heffen, opleveren, opvoeden, beuren, opfokken, afwerpen, telen, waren, was, werden, zijn