Zurückgehen auf niederländisch
Übersetzung: zurückgehen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
wederkeren, teruggeven, retourneren, terugkomst, weeromkomen, wederkeer, herhaling, teruggaan, reproduceren, terugkeer, terugkomen, opbrengen, wederkomst, terugkeren, ga terug, terug, terug te gaan, gaat u terug
- Wie sagt man zurückgehen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man zurückgehen ins niederländische?
- Aussprache von zurückgehen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für zurückgehen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: zurückgehen
zurückgehen antonyme, zurückgehen auf, zurückgehen auf albanisch, zurückgehen auf türkisch, zurückgehen bedeutung, zurückgehen sprachwörterbuch niederländisch, zurückgehen auf niederländisch
Übersetzungen
- zurückgegangen auf niederländisch - verminderde, gedaald, afgenomen, daalden, daalde
- zurückgehalten auf niederländisch - behield, behouden, ingehouden, bewaard, vastgehouden
- zurückgehend auf niederländisch - terugwijkende, wijkende, teruglopende, terugtrekkende, terugtrekkend
- zurückgekehrt auf niederländisch - terug, teruggekeerd, teruggegeven, geretourneerd, terugkeerde
Zufällige Wörter
Zurückgehen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: wederkeren, teruggeven, retourneren, terugkomst, weeromkomen, wederkeer, herhaling, teruggaan, reproduceren, terugkeer, terugkomen, opbrengen, wederkomst, terugkeren, ga terug, terug, terug te gaan, gaat u terug
Übersetzungen: wederkeren, teruggeven, retourneren, terugkomst, weeromkomen, wederkeer, herhaling, teruggaan, reproduceren, terugkeer, terugkomen, opbrengen, wederkomst, terugkeren, ga terug, terug, terug te gaan, gaat u terug