Zusammen auf niederländisch
Übersetzung: zusammen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
geheel, samen, ineen, bijeen, volledig, tegelijk, tezamen, algemeen, ordinair, vulgair, helemaal, gemeenschappelijk, gewoon, alledaags, aaneen, park, bij elkaar, elkaar, samen te
- Wie sagt man zusammen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man zusammen ins niederländische?
- Aussprache von zusammen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für zusammen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: zusammen
alle zusammen, der bachelor, guten morgen zusammen, hallo zusammen, kommt zusammen, zusammen sprachwörterbuch niederländisch, zusammen auf niederländisch
Übersetzungen
- zusage auf niederländisch - uitloven, toezegging, beloven, toezeggen, uitloving, verzeggen, zekerheid, ...
- zusagend auf niederländisch - sympathiek, gelijkgestemd, sympathieke, aangename, prettige
- zusammenarbeit auf niederländisch - medewerking, samenwerking, de samenwerking
- zusammenarbeitend auf niederländisch - samenwerken, samen te werken, werken samen, samen, samenwerking
Zufällige Wörter
Zusammen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: geheel, samen, ineen, bijeen, volledig, tegelijk, tezamen, algemeen, ordinair, vulgair, helemaal, gemeenschappelijk, gewoon, alledaags, aaneen, park, bij elkaar, elkaar, samen te
Übersetzungen: geheel, samen, ineen, bijeen, volledig, tegelijk, tezamen, algemeen, ordinair, vulgair, helemaal, gemeenschappelijk, gewoon, alledaags, aaneen, park, bij elkaar, elkaar, samen te