Zusichern auf niederländisch
Übersetzung: zusichern, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
beveiligen, sponsoren, beschutten, assureren, vastmaken, fixeren, garantie, garanderen, bepalen, vaststellen, waarborgen, bevestigen, waarborg, verzekerd, betuigen, vast, verzekeren, te verzekeren, verzeker
- Wie sagt man zusichern auf niederländisch?
- Wie übersetzt man zusichern ins niederländische?
- Aussprache von zusichern (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für zusichern?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: zusichern
zusichern anderes wort, zusichern antonyme, zusichern auf albanisch, zusichern auf türkisch, zusichern bedeutung, zusichern sprachwörterbuch niederländisch, zusichern auf niederländisch
Übersetzungen
- zusehen auf niederländisch - horloge, kijken naar, waken, letten op, wacht
- zusenden auf niederländisch - opzenden, verzenden, opsturen, versturen, sturen, verzenden naar, Stuur naar, ...
- zusichernd auf niederländisch - verzekeren, het verzekeren, het verzekeren van, het garanderen van, het garanderen
- zusicherung auf niederländisch - verzekering, vormsel, zekerheid, aanneming, bevestiging, garantie, assurance, ...
Zufällige Wörter
Zusichern auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: beveiligen, sponsoren, beschutten, assureren, vastmaken, fixeren, garantie, garanderen, bepalen, vaststellen, waarborgen, bevestigen, waarborg, verzekerd, betuigen, vast, verzekeren, te verzekeren, verzeker
Übersetzungen: beveiligen, sponsoren, beschutten, assureren, vastmaken, fixeren, garantie, garanderen, bepalen, vaststellen, waarborgen, bevestigen, waarborg, verzekerd, betuigen, vast, verzekeren, te verzekeren, verzeker