Afranselen in english
Translation: afranselen, Dictionary: dutch » english
Source language:
dutch
Target language:
english
Translations:
thrash, clatter, thresh, flog, whack, beat, clobber, whop
Synonyms & Translations: afranselen
fib
- jokken
- liegen
- slaan
- ranselen
- afranselen
- slaan
- kloppen
- uitkloppen
- smeden
- afranselen
- beuken
- afranselen
- afrossen
- slaan
- matten
- geselen
- ranselen
- afranselen
- slaan
- verbergen
- verstoppen
- versteken
- wegstoppen
- schuilen
- afranselen
- rijgen
- snoeren
- galonneren
- omboorden
- met kant afzetten
- afranselen
- likken
- lekken
- oplikken
- aflikken
- zacht overspoelen
- afranselen
- malen
- vermalen
- vollen
- kartelen
- ranselen
- afranselen
- geselen
- kloppen
- afranselen
- afrossen
- verslaan
- opzwepen
- afranselen
- verslaan
- bedruipen
- afranselen
- roken
- beroken
- doorroken
- dampen
- smoken
- afranselen
- afranselen
- afdrogen
- zich afdrogen
- afranselen
- slaan
- meppen
- klop geven
- afranselen
- ranselen
- verdelen
- afrossen
- schoonmaken
- afranselen
- in orde brengen
- schuimen
- inzepen
- met schuim bedekken
- afranselen
- slaan
- afranselen
- dorsen
- verslaan
- stampen
- dorsen
- afranselen
- afrossen
- meppen
- slaan
- afranselen
- afrossen
- troef geven
- hollen
- klepperen
- kletteren
- afdrogen
- afranselen
- afranselen
- opvegen
- afranselen
- opdeppen
- aftuigen
- scherp kritiseren
- afranselen
Translations
- afpoeieren in english - rebuff, and rebuff, is rebuff
- afraffelen in english - bungle, cut corners, skimping, a hurried, a hurried completion
- afrastering in english - grid, grating, grate, grill, fence, fencing, fences, ...
- afreizen in english - depart, leave, travel, traveling, to travel
Random words
Afranselen in english - Dictionary: dutch » english
Translations: thrash, clatter, thresh, flog, whack, beat, clobber, whop
Translations: thrash, clatter, thresh, flog, whack, beat, clobber, whop