Appoint in dutch
Translation: appoint, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
aanstellen, benoemen
Related words
Other Languages
Related words: appoint
to appoint, power to appoint, what does appoint, appoint definition, definition of appoint, appoint language dictionary dutch, appoint in dutch
Translations
- apply in dutch - toepassen, benutten, aanwenden, opleggen, zetten, aandoen, leggen, ...
- applying in dutch - het aanbrengen van, het toepassen van, het aanbrengen, toepassen, aanbrengen
- appointed in dutch - benoemd, benoemde, aangesteld, aangestelde, benoemd tot
- appointee in dutch - aangestelde, benoemde, benoemen, benoemen persoon
Random words
Appoint in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: aanstellen, benoemen
Translations: aanstellen, benoemen