Break-down in dutch
Translation: break-down, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
break, breken, te breken, doorbreken, verbreken
Other Languages
Related words: break-down
break-down language dictionary dutch, break-down in dutch
Translations
- breadwinner in dutch - kostwinner, broodwinner, kostwinnersmodel, kostwinnaar, kostwinner van
- break in dutch - pauze, stilte, afbreken, verbreken, opening, scheuren, doorbreken, ...
- break-off in dutch - afbreken, breeksleuteltje, einde van de aanval
Random words
Break-down in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: break, breken, te breken, doorbreken, verbreken
Translations: break, breken, te breken, doorbreken, verbreken