Casualness in dutch
Translation: casualness, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
nonchalance, vanzelfsprekendheid, achteloosheid, terloopsheid
Other Languages
Related words: casualness
casualness language dictionary dutch, casualness in dutch
Translations
- casual in dutch - plat, alledaags, incidenteel, gewoon, grof, ordinair, toevallig, ...
- casually in dutch - toevallig, terloops, nonchalant, casual, achteloos
- casuals in dutch - vrijetijdsschoenen
- casualties in dutch - doden en gewonden, slachtoffers, ongevallen, verliezen, gewonden
Random words
Casualness in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: nonchalance, vanzelfsprekendheid, achteloosheid, terloopsheid
Translations: nonchalance, vanzelfsprekendheid, achteloosheid, terloopsheid