Cohabit in dutch
Translation: cohabit, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
samenwonen, samenleven
Other Languages
Related words: cohabit
cohabit definition, cohabit language dictionary dutch, cohabit in dutch
Translations
- cogs in dutch - radertjes, tandwielen, tanden, KPV, raderwerken
- cogwheel in dutch - tandrad, tandwiel, tandwielknop, tandradbaan
- cohabitant in dutch - kamergenoot, samenwonende, samenwonende partner, samenwonend, samenwonende erven
- cohabitation in dutch - samenwoning, samenwonen, samenleven, samenlevingscontract, samenlevingsovereenkomst
Random words
Cohabit in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: samenwonen, samenleven
Translations: samenwonen, samenleven