Divide in dutch
Translation: divide, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
scheiden, scheuren, opsplitsen, afbreken, afzonderen, splijten, afscheiden, afwateringsgebied, splitsen, delen, schiften, kloven, verdelen, doorklieven
Related words
Other Languages
Related words: divide
the divide, how to divide, divide fractions, fractions, great divide, divide language dictionary dutch, divide in dutch
Translations
- divests in dutch - splitsen,, te splitsen
- dividable in dutch - deelbaar, deelbare, te verdelen, deelbaar is
- divided in dutch - verdeeld, onderverdeeld, gedeeld, opgedeeld, ingedeeld
- dividedness in dutch - verdeeldheid, verdeeldheid van, verdeeldheid van de
Random words
Divide in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: scheiden, scheuren, opsplitsen, afbreken, afzonderen, splijten, afscheiden, afwateringsgebied, splitsen, delen, schiften, kloven, verdelen, doorklieven
Translations: scheiden, scheuren, opsplitsen, afbreken, afzonderen, splijten, afscheiden, afwateringsgebied, splitsen, delen, schiften, kloven, verdelen, doorklieven