Domicile in dutch

Translation: domicile, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
onderkomen, kwartier, logies, woning, woonplaats, domicilie, de woonplaats, woonplaats van, de woonplaats van
Domicile in dutch
Related words
Other Languages

Related words: domicile

domicile definition, domicile furniture, domicile state, what is domicile, declaration of domicile, domicile language dictionary dutch, domicile in dutch

Translations

  • domestics in dutch - bedienden, dienstbodes, dienstboden, huisknechten
  • domiciled in dutch - woonachtig, woonplaats, woonplaats heeft, gedomicilieerde
  • domiciliary in dutch - thuisbevalling, Domiciliary, domicilie-, Domicilieagent, domiciliaris
Random words
Domicile in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: onderkomen, kwartier, logies, woning, woonplaats, domicilie, de woonplaats, woonplaats van, de woonplaats van