Expire in dutch

Translation: expire, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
verscheiden, uitraken, verlopen, doodgaan, aflopen, ophouden, versmachten, sterven, eindigen
Expire in dutch
Related words
Other Languages

Related words: expire

car seats expire, bush tax cuts, does beer expire, do eggs expire, do checks expire, expire language dictionary dutch, expire in dutch

Translations

  • expiration in dutch - afloop
  • expiratory in dutch - expiratorisch, expiratorische, expiratoire, expiratoir
  • expired in dutch - verlopen, vervallen, verstreken, is verstreken, uitgeademde
  • expires in dutch - vervalt, afloopt, verloopt, verstrijkt, verstreken
Random words
Expire in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: verscheiden, uitraken, verlopen, doodgaan, aflopen, ophouden, versmachten, sterven, eindigen