Finish in dutch
Translation: finish, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
afsluiten, volbrengen, beëindigen, besluiten, ophouden, uitmaken, aantikken, afwerken, eindigen, voltooien, afmaken, afwerking, einde, eindig, eindigt, afgewerkt
Related words
Other Languages
Related words: finish
finish line, foot locker, nike, finish line shoes, finish coupons, finish language dictionary dutch, finish in dutch
Translations
- finis in dutch - afwerk, van Finis
- finished in dutch - beëindigd, klaar, afgewerkt, afgelopen
- finisher in dutch - afwerker, afwerkeenheid, afwerkingseenheid, de afwerkeenheid
Random words
Finish in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: afsluiten, volbrengen, beëindigen, besluiten, ophouden, uitmaken, aantikken, afwerken, eindigen, voltooien, afmaken, afwerking, einde, eindig, eindigt, afgewerkt
Translations: afsluiten, volbrengen, beëindigen, besluiten, ophouden, uitmaken, aantikken, afwerken, eindigen, voltooien, afmaken, afwerking, einde, eindig, eindigt, afgewerkt