Frequenters in dutch
Translation: frequenters, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
stamgast, stamgasten
Other Languages
Related words: frequenters
frequenters language dictionary dutch, frequenters in dutch
Translations
- frequented in dutch - bezochte, gefrequenteerde, drukbezochte, druk bezocht
- frequenter in dutch - bezoeker, stamgast, frequente bezoeker
- frequenting in dutch - frequenteren, frequenteren van, een crèche bezoekt, dat een crèche, dat een crèche bezoekt
- frequently in dutch - veel, gedurig, menigmaal, vaak, dikwijls, veelal
Random words
Frequenters in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: stamgast, stamgasten
Translations: stamgast, stamgasten