Host in dutch

Translation: host, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
logementhouder, gastheer, waard, herbergier
Host in dutch
Related words
Other Languages

Related words: host

the host, host club, ouran host club, host file, host name, host language dictionary dutch, host in dutch

Translations

  • hospitalized in dutch - ziekenhuis, gehospitaliseerd, gehospitaliseerde, opgenomen in het ziekenhuis, het ziekenhuis
  • hospitals in dutch - ziekenhuizen, de ziekenhuizen, ziekenhuis
  • hostage in dutch - garant, gijzelaar, gijzeling, gegijzeld, in gijzeling, gijzelen
  • hostage-taker in dutch - gijzelnemer
Random words
Host in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: logementhouder, gastheer, waard, herbergier