Married-life in dutch

Translation: married-life, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
getrouwde, getrouwd, gehuwde, gehuwd, trouwen
Married-life in dutch
Other Languages

Related words: married-life

married-life language dictionary dutch, married-life in dutch

Translations

  • married in dutch - getrouwd, gehuwd
  • married-couple in dutch - getrouwd, getrouwde, gehuwd, gehuwde, trouwen
  • marries in dutch - trouwt, huwt, trouwt met, trouwt Dress, vrouw die gehuwd
  • marring in dutch - ontsierende, beschadigende, ontsieren, anderszins ontsieren
Random words
Married-life in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: getrouwde, getrouwd, gehuwde, gehuwd, trouwen