Marring in dutch

Translation: marring, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
ontsierende, beschadigende, ontsieren, anderszins ontsieren
Marring in dutch
Other Languages

Related words: marring

non marring, what is marring, marring the game, marring language dictionary dutch, marring in dutch

Translations

  • married-life in dutch - getrouwde, getrouwd, gehuwde, gehuwd, trouwen
  • marries in dutch - trouwt, huwt, trouwt met, trouwt Dress, vrouw die gehuwd
  • marrow in dutch - pit, essentie, kern, merg, beenmerg, het merg, uit merg
  • marrowbone in dutch - mergpijp, merg
Random words
Marring in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: ontsierende, beschadigende, ontsieren, anderszins ontsieren