Neighbouring in dutch
Translation: neighbouring, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
aangrenzend, naburig, aanliggend, nabijgelegen, naburige, aangrenzende, buurlanden
Other Languages
Related words: neighbouring
neighbouring language dictionary dutch, neighbouring in dutch
Translations
- neighbourhood in dutch - nabijheid
- neighbourhoods in dutch - buurten, wijken, wijken van, wijk, omstreken
- neighbourly in dutch - nabuurschap, buurlanden, buren, naastenliefde, de buurlanden
- neighbours in dutch - buren, de buren, buurlanden
Random words
Neighbouring in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: aangrenzend, naburig, aanliggend, nabijgelegen, naburige, aangrenzende, buurlanden
Translations: aangrenzend, naburig, aanliggend, nabijgelegen, naburige, aangrenzende, buurlanden