Occupant in dutch
Translation: occupant, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
aanwezige, bewoner, inzittende, inzittenden, de inzittenden, bezetter
Related words
Other Languages
Related words: occupant
the occupant, owner occupant, occupant load, movie occupant, owner occupant hud, occupant language dictionary dutch, occupant in dutch
Translations
- occupancies in dutch - bezettingsgraden, overbezettingen, bezettingsgraad, de bezettingsgraad, de bezettingsgraden
- occupants in dutch - bewoners, inzittenden, bezetters, de inzittenden, de bewoners
- occupation in dutch - vak, bewoning, arbeid, bezigheid, beroep, handwerk, ambacht, ...
Random words
Occupant in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: aanwezige, bewoner, inzittende, inzittenden, de inzittenden, bezetter
Translations: aanwezige, bewoner, inzittende, inzittenden, de inzittenden, bezetter