Outlet in dutch

Translation: outlet, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
uitgang, uitweg, afrit, stopcontact, verkooppunt, afzetgebied, uitloop
Outlet in dutch
Related words
Other Languages

Related words: outlet

outlet mall, coach, coach outlet, sears, sears outlet, outlet language dictionary dutch, outlet in dutch

Translations

  • outlaying in dutch - opliggende
  • outlays in dutch - uitgaven, de uitgaven
  • outlier in dutch - uitschieter, buitenbeentje, uitschieters, uitbijter
  • outline in dutch - omtrek, schetsen, aanleg, uittekenen, ontwerp, krabbel, aftekenen, ...
Random words
Outlet in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: uitgang, uitweg, afrit, stopcontact, verkooppunt, afzetgebied, uitloop