Ownership in dutch

Translation: ownership, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
eigendomsrecht, vermogen, bezit, eigendom, bezitting
Ownership in dutch
Related words
Other Languages

Related words: ownership

home ownership, gun ownership, property ownership, cost of ownership, change of ownership, ownership language dictionary dutch, ownership in dutch

Translations

  • ownerless in dutch - onbeheerd, eigenaarloos, zonder eigenaar
  • owners in dutch - eigenaars, eigenaren, de eigenaren, eigenaren van, eigenaars van
  • ownerships in dutch - eigendommen, eigenaarschap
  • owning in dutch - bezitten, het bezitten, het bezitten van, bezit, bezitten van
Random words
Ownership in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: eigendomsrecht, vermogen, bezit, eigendom, bezitting