Play-off in dutch
Translation: play-off, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
beslissende wedstrijd, uit te spelen
Other Languages
Related words: play-off
play-off language dictionary dutch, play-off in dutch
Translations
- play-boy in dutch - play, spel, spelen, afspelen, het spel
- play-day in dutch - play-, play
- playable in dutch - speelbaar, bespeelbaar, speelbare, afgespeeld, afspeelbare
Random words
Play-off in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: beslissende wedstrijd, uit te spelen
Translations: beslissende wedstrijd, uit te spelen