Present in dutch
Translation: present, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
tentoonspreiden, wijzen, donatie, aanbieden, aantonen, tegenwoordig, opbrengen, uitvoeren, presenteren, aanwezig, steken, invoeren, cadeau, toebrengen, geschenk, aangeven
Related words
Other Languages
Related words: present
the present, present value, be present, present tense, birthday present, present language dictionary dutch, present in dutch
Translations
- presence in dutch - bijzijn, aanwezigheid, presentie, tegenwoordigheid, aanwezig
- present-day in dutch - hedendaags, tegenwoordig, huidige, hedendaagse, de hedendaagse
- presentable in dutch - toonbaar, presentabel, gepresenteerd, goed gepresenteerd, representatief
Random words
Present in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: tentoonspreiden, wijzen, donatie, aanbieden, aantonen, tegenwoordig, opbrengen, uitvoeren, presenteren, aanwezig, steken, invoeren, cadeau, toebrengen, geschenk, aangeven
Translations: tentoonspreiden, wijzen, donatie, aanbieden, aantonen, tegenwoordig, opbrengen, uitvoeren, presenteren, aanwezig, steken, invoeren, cadeau, toebrengen, geschenk, aangeven