Rashness in dutch

Translation: rashness, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
onbezonnenheid, roekeloosheid, overmoed, vermetelheid, onbesuisdheid
Rashness in dutch
Other Languages

Related words: rashness

rashness language dictionary dutch, rashness in dutch

Translations

  • rashly in dutch - onbezonnen, overhaast, lichtvaardig, ondoordacht, klakkeloos
  • rasp in dutch - raspen, rasp, schraper, gekras
  • raspberries in dutch - frambozen, framboos
Random words
Rashness in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: onbezonnenheid, roekeloosheid, overmoed, vermetelheid, onbesuisdheid