Recurs in dutch

Translation: recurs, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
terugkeert, terugkomt, herhaalt, voordoet, keert
Recurs in dutch
Other Languages

Related words: recurs

recurs language dictionary dutch, recurs in dutch

Translations

  • recurrently in dutch - bij herhaling, herhaling, herhaaldelijk, periodieke, afgaat
  • recurring in dutch - terugkerende, terugkerend, recurrente, terugkomende
  • recursion in dutch - recursie, van recursie, recursiviteit, de recursie, recursie te
  • recursive in dutch - recursieve, recursief
Random words
Recurs in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: terugkeert, terugkomt, herhaalt, voordoet, keert