Shipbuilders in dutch
Translation: shipbuilders, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
scheepsbouwers, scheepswerven, scheepsbouw, de scheepsbouwers
Other Languages
Related words: shipbuilders
shipbuilders union, shipbuilders credit union, shipbuilders language dictionary dutch, shipbuilders in dutch
Translations
- shipboard in dutch - boord, aan boord, boordpersoneel, werkzaamheden aan boord, bemanningsleden
- shipbuilder in dutch - scheepsbouwer, bouwer, scheepswerf, scheepsbouwbedrijf, scheepsbouwmeester
- shipbuilding in dutch - scheepsbouw, de scheepsbouw, scheepsbouwsector, scheepsbouwindustrie, scheepsbouw-
- shipload in dutch - scheepslading, scheepsvracht, schip vol
Random words
Shipbuilders in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: scheepsbouwers, scheepswerven, scheepsbouw, de scheepsbouwers
Translations: scheepsbouwers, scheepswerven, scheepsbouw, de scheepsbouwers