Smallness in dutch

Translation: smallness, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
kleinheid, geringe omvang, beperkte omvang, kleinschaligheid, nietigheid
Smallness in dutch
Other Languages

Related words: smallness

smallness language dictionary dutch, smallness in dutch

Translations

  • smallholder in dutch - kleine boeren, kleinschalige, de kleine boeren, van kleine boeren, van kleinschalige
  • smallish in dutch - nogal klein, tamelijk klein, verdoken, nogal
  • smallpox in dutch - pokken
  • smarmy in dutch - vleiend, kruiperige, de kruiperige
Random words
Smallness in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: kleinheid, geringe omvang, beperkte omvang, kleinschaligheid, nietigheid