Tell in dutch
Translation: tell, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
regelen, bestellen, gelasten, aanvragen, schikken, opgeven, zeggen, verordenen, sommeren, bevelen
Related words
Other Languages
Related words: tell
how to, tell me, tell him, tell me why, william tell, tell language dictionary dutch, tell in dutch
Translations
- television-set in dutch - -
- telex in dutch - telexbericht, telex-, telexadres, telex met
- teller in dutch - verteller, teller van, De Teller van, teller van het
- tellers in dutch - stemopnemers, vertellers, stemopnemer, de stemopnemers
Random words
Tell in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: regelen, bestellen, gelasten, aanvragen, schikken, opgeven, zeggen, verordenen, sommeren, bevelen
Translations: regelen, bestellen, gelasten, aanvragen, schikken, opgeven, zeggen, verordenen, sommeren, bevelen