Unlearning in dutch
Translation: unlearning, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
afleren, ontleren, aflerende, het afleren
Other Languages
Related words: unlearning
unlearning language dictionary dutch, unlearning in dutch
Translations
- unlearn in dutch - afleren, afwennen, af te leren, verleren, afleren van, afleert
- unlearned in dutch - ongeletterd, ongeleerd, ongeleerde, afgeleerd, ongeletterde
- unlearnt in dutch - afgeleerd
Random words
Unlearning in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: afleren, ontleren, aflerende, het afleren
Translations: afleren, ontleren, aflerende, het afleren