Win in dutch
Translation: win, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
winnen, zegevieren, behalen, verdienen, overwinning
Related words
Other Languages
Related words: win
win win, did, win 7, i win, for the win, win language dictionary dutch, win in dutch
Translations
- wimp in dutch - watje, sul, slapjanus, mietje
- wimple in dutch - kap, hoofddoek, wimpel
- wince in dutch - huiveren, huivering, ineenkrimpen
- winced in dutch - huiverde, kromp ineen, ineengekrompen, vertrok zijn gezicht
Random words
Win in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: winnen, zegevieren, behalen, verdienen, overwinning
Translations: winnen, zegevieren, behalen, verdienen, overwinning