Cosechar en holandés
traducción: cosechar, diccionario: español » holandés
lenguaje fuente:
español
lengua objetivo:
holandés
Traducciones:
deduceren, gewas, inzamelen, afleiden, vergaderen, abstraheren, opbrengst, plukken, verzamelen, samenkomen, oogst, bijeenbrengen, innen, collecteren, rapen, oogsten, de oogst, oogst van, oogsttijd
Palabras relacionadas
otros Idiomas
Palabras relacionadas: cosechar
cosechar lechuga, cosechar sinonimos, cosechar patatas, cosechar tomates, cosechar ajos, cosechar diccionario de idioma holandés, cosechar en holandés
Traducciones
- cosa en holandés - affaire, object, voorwerp, zaak, ding, onderwerp, aangelegenheid, ...
- cosecha en holandés - oogsten, oogst, gewas, opbrengst, de oogst, oogst van, oogsttijd
- coser en holandés - steek, aannaaien, vastnaaien, aanzetten, naaien, naai, te naaien, ...
- cosmonauta en holandés - kosmonaut, cosmonaut, ruimtevaarder, kosmonauten
palabras al azar
Cosechar en holandés - diccionario: español » holandés
Traducciones: deduceren, gewas, inzamelen, afleiden, vergaderen, abstraheren, opbrengst, plukken, verzamelen, samenkomen, oogst, bijeenbrengen, innen, collecteren, rapen, oogsten, de oogst, oogst van, oogsttijd
Traducciones: deduceren, gewas, inzamelen, afleiden, vergaderen, abstraheren, opbrengst, plukken, verzamelen, samenkomen, oogst, bijeenbrengen, innen, collecteren, rapen, oogsten, de oogst, oogst van, oogsttijd