Fluctuar en holandés
traducción: fluctuar, diccionario: español » holandés
lenguaje fuente:
español
lengua objetivo:
holandés
Traducciones:
dubben, slingeren, weifelen, oscilleren, flikkeren, schromen, wiebelen, wankelen, waggelen, schoorvoeten, aarzeling, schommelen, zwichten, aarzelen, fluctueren, variëren, fluctueert, schommelt
Palabras relacionadas
otros Idiomas
Palabras relacionadas: fluctuar
fluctuar definicion, fluctuar wikipedia, fluctuar significado, fluctuar que es, fluctuar sinonimo, fluctuar diccionario de idioma holandés, fluctuar en holandés
Traducciones
- flotar en holandés - vlotten, dobberen, drijven, vlotter, zweven, drijver, dobber
- fluctuación en holandés - schommeling, fluctuatie, schommelingen, constant, constant en
- fluidez en holandés - vlotheid, spreekvaardigheid, vloeiend, vloeiendheid, fluency
- fluido en holandés - vloeibaar, stroming, dun, vloeiend, stromend, stroom, loop, ...
palabras al azar
Fluctuar en holandés - diccionario: español » holandés
Traducciones: dubben, slingeren, weifelen, oscilleren, flikkeren, schromen, wiebelen, wankelen, waggelen, schoorvoeten, aarzeling, schommelen, zwichten, aarzelen, fluctueren, variëren, fluctueert, schommelt
Traducciones: dubben, slingeren, weifelen, oscilleren, flikkeren, schromen, wiebelen, wankelen, waggelen, schoorvoeten, aarzeling, schommelen, zwichten, aarzelen, fluctueren, variëren, fluctueert, schommelt