Poseer en holandés
traducción: poseer, diccionario: español » holandés
lenguaje fuente:
español
lengua objetivo:
holandés
Traducciones:
recipiëren, zullen, accepteren, dienen, opvangen, behoren, aannemen, krijgen, eigen, opnemen, bezitten, toucheren, hebben, genieten, erkennen, ontvangen, zelf, een eigen, de eigen
Palabras relacionadas
otros Idiomas
Palabras relacionadas: poseer
poseer verbo conjugacion, poseer antonimo, poseer rae, poseer verbo, poseer en ingles, poseer diccionario de idioma holandés, poseer en holandés
Traducciones
- posdata en holandés - postscriptum, postscript, PostScript-, naschrift
- poseedor en holandés - eigenaar, foedraal, houder, schede, houder van, de houder
- posesivo en holandés - bezittelijk, bezittelijk voornaamwoord, bezitterig, bezittelijke, bezitterige
- posesión en holandés - bezit, eigendomsrecht, goed, eigendom, vermogen, bezitting, bezetenheid, ...
palabras al azar
Poseer en holandés - diccionario: español » holandés
Traducciones: recipiëren, zullen, accepteren, dienen, opvangen, behoren, aannemen, krijgen, eigen, opnemen, bezitten, toucheren, hebben, genieten, erkennen, ontvangen, zelf, een eigen, de eigen
Traducciones: recipiëren, zullen, accepteren, dienen, opvangen, behoren, aannemen, krijgen, eigen, opnemen, bezitten, toucheren, hebben, genieten, erkennen, ontvangen, zelf, een eigen, de eigen