Prever en holandés - traducción / diccionario español

prevenir en holandés - waarschuwen, bereiden, aanmaken, verhoeden, voorkomen, verhinderen, beletten, ...
preventivo en holandés - preventieve, preventief, preventie, de preventieve, van preventieve
previo en holandés - vroeger, voorafgaand, verleden, voorbarig, vorig, voorgaand, vorige, ...
previsión en holandés - beduiden, waarzeggen, voorspelling, voorspellen, prognose, verwachting, voorzeggen, ...

palabras al azar

antorcha

carisma

microteléfono en inglés

predecir en inglés

productor en inglés

ánima en inglés

Prever en holandés - diccionario: español » holandés
Traducciones: verwachten, vooruitzien, voorzien, vooruitlopen, prejudiciëren, anticiperen, prognose, voorspelling, verwachte, verwachting, geraamde