Échelon en néerlandais
Traduction: échelon, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
eender, etage, rang, trede, tree, graad, stap, plan, gelijk, hoogte, helling, aanleggen, reeks, étage, verdieping, stadium, echelon, geleding, echelonvorm, de Echelon
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): échelon
avancement échelon, bourse crous, echelon, fonction échelon, grille échelon, échelon dictionnaire de langue néerlandais, échelon en néerlandais
Traductions
- échecs en néerlandais - schaakspel, schaak, schaken, Chess, het Schaak
- échelle en néerlandais - schilfer, ladder, aanslag, verhouding, scala, schaal, schub, ...
- échelonnement en néerlandais - onthutsend, duizelingwekkende, wankelend, duizelingwekkend, wankelende
- échelonner en néerlandais - wankelen, spreiden, verspringend, stagger, waggelen
Mots aléatoires
Échelon en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: eender, etage, rang, trede, tree, graad, stap, plan, gelijk, hoogte, helling, aanleggen, reeks, étage, verdieping, stadium, echelon, geleding, echelonvorm, de Echelon
Traductions: eender, etage, rang, trede, tree, graad, stap, plan, gelijk, hoogte, helling, aanleggen, reeks, étage, verdieping, stadium, echelon, geleding, echelonvorm, de Echelon