Éclosion en néerlandais
Traduction: éclosion, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
uitbroeden, uitkomen, het uitbroeden, het uitkomen, broedeieren
Autres langues
Mots associés / Définition (def): éclosion
éclosion antonymes, éclosion bourgeon, éclosion d'une fleur, éclosion des lentes, éclosion festival, éclosion dictionnaire de langue néerlandais, éclosion en néerlandais
Traductions
- éclopé en néerlandais - kreupel, mank, lame, kreupelen, kreupele
- éclore en néerlandais - gedijen, botten, fanfare, bloeien, tieren, fanfarekorps, floreren, ...
- écluse en néerlandais - afsluiten, spui, schutsluis, slot, sas, sluis, opsluiten, ...
- éclusier en néerlandais - sluiswachter, lockkeeper, sluismeester, sluiswachter zit, sluiswachtershuis
Mots aléatoires
Éclosion en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: uitbroeden, uitkomen, het uitbroeden, het uitkomen, broedeieren
Traductions: uitbroeden, uitkomen, het uitbroeden, het uitkomen, broedeieren