Écosser en néerlandais
Traduction: écosser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
huisje, schaal, beschieten, jassen, bodem, scheepsromp, casco, schild, kinkhoorn, schillen, afpellen, rugschild, schelp, schil, omhulsel, dop
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): écosser
cesser synonyme, écosser antonymes, écosser def, écosser des fèves, écosser grammaire, écosser dictionnaire de langue néerlandais, écosser en néerlandais
Traductions
- écossaise en néerlandais - Schots, Schotse, Scottish, de Schotse, Schotland
- écosse en néerlandais - Schotland, scotland, van Schotland
- écosystème en néerlandais - ecosysteem, ecosystemen, ecosysteemdiensten, het ecosysteem, ecosysteem van
- écot en néerlandais - rol, schiften, band, streep, deling, afzonderen, stuk, ...
Mots aléatoires
Écosser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: huisje, schaal, beschieten, jassen, bodem, scheepsromp, casco, schild, kinkhoorn, schillen, afpellen, rugschild, schelp, schil, omhulsel, dop
Traductions: huisje, schaal, beschieten, jassen, bodem, scheepsromp, casco, schild, kinkhoorn, schillen, afpellen, rugschild, schelp, schil, omhulsel, dop