Écouteur en néerlandais
Traduction: écouteur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
heten, toehoorder, hoorn, roepen, opbellen, telefoon, luisteraar, telefoonhoorn, ontvanger, koptelefoon, oortelefoon, hoofdtelefoon, de oortelefoon, earphone
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): écouteur
casque écouteur, ecouteur, fnac écouteur, écouteur antonymes, écouteur apple, écouteur dictionnaire de langue néerlandais, écouteur en néerlandais
Traductions
- écoutent en néerlandais - beluisteren, toehoren, toeluisteren, luisteren, aanhoren, beluistert, luister, ...
- écouter en néerlandais - toeluisteren, vernemen, verstaan, toehoren, aanhoren, horen, beluisteren, ...
- écoutez en néerlandais - beluisteren, luisteren, toeluisteren, aanhoren, toehoren, beluistert, luister, ...
- écoutons en néerlandais - toeluisteren, beluisteren, aanhoren, toehoren, luisteren, beluistert, luister, ...
Mots aléatoires
Écouteur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: heten, toehoorder, hoorn, roepen, opbellen, telefoon, luisteraar, telefoonhoorn, ontvanger, koptelefoon, oortelefoon, hoofdtelefoon, de oortelefoon, earphone
Traductions: heten, toehoorder, hoorn, roepen, opbellen, telefoon, luisteraar, telefoonhoorn, ontvanger, koptelefoon, oortelefoon, hoofdtelefoon, de oortelefoon, earphone