Écurer en néerlandais

Traduction: écurer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanstrijken, helder, hakhoutbosje, ledig, wisser, schijnen, leegte, net, schoonmaken, leeg, proper, puur, ruigte, kwast, schuieren, zindelijk
Écurer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): écurer

erreur definition, erreur dictionnaire, verbe assurer, écoeurer def, écoeurer définition, écurer dictionnaire de langue néerlandais, écurer en néerlandais

Traductions

  • écumer en néerlandais - schuimen, schuim, zeepsop, doorroeren, scheren, roeren, bruisen, ...
  • écumoire en néerlandais - schuimspaan, skimmer, afschuimer, de skimmer, eiwitafschuimer
  • écureuil en néerlandais - eekhoorn, de Eekhoorn, squirrel, De Eekhoorn van, van de Eekhoorn
  • écurie en néerlandais - gevestigd, stal, hok, stevig, loods, stalletje, keet, ...
Mots aléatoires
Écurer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanstrijken, helder, hakhoutbosje, ledig, wisser, schijnen, leegte, net, schoonmaken, leeg, proper, puur, ruigte, kwast, schuieren, zindelijk