Éjaculer en néerlandais
Traduction: éjaculer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
uitroepen, ejaculaat, ejaculeren, het ejaculaat, ejaculatie
Autres langues
Mots associés / Définition (def): éjaculer
comment éjaculer, ne pas éjaculer, éjaculation, éjaculer antonymes, éjaculer grammaire, éjaculer dictionnaire de langue néerlandais, éjaculer en néerlandais
Traductions
- éhonté en néerlandais - onbeschaamd, onbeschoft, bokkig, schaamteloos, schaamteloze, onbeschaamde, shameless, ...
- éjaculation en néerlandais - ejaculatie, zaadlozing, ejaculation, de ejaculatie, de zaadlozing
- éjecter en néerlandais - uitwerpen, uit te werpen, werpen, te werpen, uitgeworpen
- éjection en néerlandais - concept, project, ontlasting, drol, drek, keutel, plan, ...
Mots aléatoires
Éjaculer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: uitroepen, ejaculaat, ejaculeren, het ejaculaat, ejaculatie
Traductions: uitroepen, ejaculaat, ejaculeren, het ejaculaat, ejaculatie